Posts tonen met het label Teksten / texts. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Teksten / texts. Alle posts tonen

vrijdag 12 december 2014

Sir Geoffrey Alan Jellicoe on Landscape architecture

An article on Landscape architecture published in the IFLA yearbook around 1980



The search for a paradise garden
Ourselves and history
A table for eight
Square one
A Discourse

Link to article

woensdag 4 juni 2014

1966 _ C. Th. Sorensen _Over tuinarchitectuur


Geometric gardens, Herning, Jutland, Denmark, 1983

Of men nu over onze villawijken heen vliegt of erin rond loopt en naar de tuinen kijkt, wat men ziet is zeer monotoon. Het duurt lang voordat men iets tegenkomt wat in de herinnering achterblijft; de tuinen zijn niet spannend. Er wordt hierover geschreven in tuinbladen of op de tuinpagina's van de dagbladen. Daarin staan dan voorbeelden van betere ontwerpen, maar die overtuigen evenmin. Er staan geen of in ieder geval weinig concrete raadgevingen en aanwijzingen in en het is ook niet verstandig te proberen een van de plannen klakkeloos toe te passen in uw tuin.
De essentiële zaken zijn goed begrijpen.
De eerste heeft iets met eenvoud en beheersing te maken. Het belang hiervan kan misschien worden toegelicht, namelijk dat men veel te veel wil op een klein stuk grond. Villa-eigenaren willen blijkbaar elementen van een buitenplaats in hun beperkte terrein persen, en dat gaat nu eenmaal niet. Simpel gezegd is het verstandig zich op een klein stuk grond te beperken tot één van die elementen uit de grote tuin en in bepaalde gevallen de tuin als één ruimte te zien. Vanuit een zelfde gedachtegang zal een gepassioneerde plantenliefhebber zich moeten beheersen. Doorgaans zal hij proberen zoveel mogelijk planten van alle mogelijke soorten te bemachtigen. Hij zal echter veel meer plezier beleven wanneer hij zich beperkt tot één soort en probeert een brede en interessante verzameling op te bouwen. Dat is veel moeilijker, maar hoeveel plezier zal dit niet opleveren? De mogelijkheden zijn talrijk:

  • iris;
  • geraniumsoorten als museum;
  • voor diverse soorten aardbeien;
  • geen tuin';
  • statische ruimtes met louter geschoren vormen en bomen;
  • weinig inzet vragen van de eigenaar;
  • … .
In de tuin  worden bepaalde elementen herhaald.
Op de eerste plaats zijn dat wanden. Zij zijn in veel tuinen het meest wezenlijk. Tuin betekent in de meeste talen een omheinde plek. Wanden kunnen hagen zijn, dat zijn regelmatig geschoren planten en windsingels die slechts zo nu en dan worden geschoren. Planten kunnen ook op veel andere manieren wanden vormen, klimplanten kunnen bijvoorbeeld tegen een spalier groeien of houtachtige planten kunnen tot iets dergelijks worden gevormd en zo zijn er zoveel andere manieren. Wanden van dood materiaal in en rondom tuinen zijn zeer aantrekkelijk. Hekwerken van houten twijgen zijn goed bruikbaar. Misschien zijn die zo geliefd omdat zij weinig lijken te contrasteren met de beplanting, maar dat is bij nadere beschouwing niet zondermeer een winstpunt. Het contrast tussen levende en dode materialen levert vaak eenvoudigweg een trefzekere esthetische waarde op. Gemetselde muren in en rondom een tuin zijn bijna het mooiste wat men zich kan voorstellen. Hoe lieflijk is het niet wanneer bloemen tegen een muur zijn aangeplant. Nu zijn gemetselde muren in ons land te duur, in het bijzonder in het geval van 'standaardhuizen'. Maar er zijn andere typen wanden die veel goedkoper zijn en bijna net zo goed. schuttingen Er zijn andere vormen van wanden;

  • aluminium;
  • speciaal behandeld ijzer;
  • kunststof;
  • glas;
  • samen gestampte klei;
  • … .
De vloer van de tuin kan eveneens op verschillende manieren opgevat worden. Grastegels kennen de meeste mensen wel. Minder bekend zijn de mooie effecten die kunnen worden bereikt met kort gemaaid en vrij groeiend gras. Er zijn twee andere soorten vloeroppervlakken, die de moeite waard zijn om hier te noemen. In bepaalde gevallen is open, losse grond zeer geschikt. En een echte tuinier zal het aardige kunnen inzien van wat men een goed voorbereid zaaibed zou kunnen noemen. Teelaarde van de juiste samenstelling is, na te zijn gecultiveerd verre van te versmaden. Verder is het beter dat teelaarde afgedekt wordt met een laagje bladaarde, gemaaid gras, takjes, delen van vaste planten of wat men zo al op een composthoop gooit. Grind, gras en tegels zijn in de mode. Maar toch, goed aangelegd grind levert iets voortreffelijks op, iets prachtigs en bovendien is het vrij goedkoop. Maar met grind moet men wel een aantal zaken in de gaten houden.
Men is trots op de sierlijke lijnen in de tegelbestrating of de geraffineerde plaatsing van de muren en de elegante trappen: dit is ook niet verwerpelijk, maar als men terug kijkt is het altijd het simpele en het eenvoudige wat de meeste vreugde schenkt en het beste resultaat geeft.
Men heeft het over natuur en het natuurlijke en deze nogal vluchtige begrippen worden gezien als bijzonder aantrekkelijk in relatie tot een tuin. Maar een tuin is geen natuur; het is mensenwerk. Ik wil de tuin graag definiëren als een verfijnde vorm van landbouw, een perfectionering van akkerbouw, tuinieren is vermoedelijk ouder. Men beweert dat het onnatuurlijk is bomen te snoeien en te knippen. In ieder geval tegen het begrip natuur. Maar dan is het ook onnatuurlijk een boom te planten, onkruid te wieden, enzovoort. Die zienswijze is onvruchtbaar. Misschien komt hij voort uit het feit dat wij hier in het noorden nooit boomachtige planten hebben gekweekt. In de landen rond de Middellandse Zee kweekt men sinds de dagen van Abraham wijn en olijven. Daar moeten onze pantheïstische ideeën ronduit dom lijken. Ik geloof dat ook wij hier in het noorden ons vrij moeten maken van dergelijke opvattingen.





[1] C. Th. Sorensen,39 Tuinplannen, ongewone tuinen voor een gewoon huis,uitg. Blaauwdruk, Wageningen, 1999, p IX - XI

zondag 13 januari 2013

2010_Good Urban Parks and Our Wellbeing

How far of a walk is a park from you, from your home, work or school? Are there any significant obstacles in the way such as large parking lots or major intersections?

The standard in the literature suggests that a distance of 400m or a 5-minute walk to a park is ideal, which generally contributes to good neighbourhood design. In this are two qualities regarding our wellbeing: one, the ability to conveniently walk to a park and two, being in a park itself.

A park is often defined as a specific type of vegetated open space providing opportunities for organized and informal recreation from soccer to bird watching, along with having cultural and aesthetic value. The research is quite clear in indicating the correlation between recreation and physical health along with the social benefits of strengthening community bonds, environmental stewardship and youth development (see “The Health and Social Benefits of Recreation” [PDF], for further discussion).

The positive benefits of simply being in a park, or being able to see one from your window and our health, however, has tended to be anecdotal. More recently however there is growing empirical evidence recognizing this component of high quality parks.

Here are a few examples (see “Synopsis of 2010 Research Papers” , for details):

  • Hospitals that provide visual access to nature see patient recovery time shortened, as well as lessening the amount of prescribed pain medications and fewer post-op complications.
  • People that regularly observe well-vegetated areas have been shown to have improved cognitive function and concentration, along with better at impulse control. This tends to encompass an overall resilience to stressful life events.
  • To counter the positive benefits, there is a correlation between low access to green areas and increases in ADHD, clinical depression, stress and anxiety.
  • Neighbourhoods that have areas rich in vegetation have lower reported anxiety disorders among citizens. These settings also help induce a greater sense of reliance on community members thus decreasing loneliness and crime.


In this light, we can look at broadening the role or providing a more holistic definition of a park. Simply, as a component of our city fabric, they have a role in preventative health care and promotion.

Having access to and spending time in beautiful, healthy parks correlates with our overall wellbeing. They give us a sense of place, of meaning, imprint on our collective memory and are a fundamental structure in creating connections in both ourselves and our greater community. Broadening our definition of parks will only expand our awareness on how important they are to good neighbourhood design.




zondag 23 december 2012

1896_James Ensor_ HET LANDSCHAP

'LA LIGUE ARTISTIQUE' AUGUSTUS 1896


Oostende
Een reeks festiviteiten. In het Kursaal mocht Mademoiselle Gabrielle Lejeune van de Parijse Opéra comique een welverdiend applaus in ontvangst nemen. Haar successen in Parijs en Brussel, in het Théatre Royal, hoeven nauwelijks in herinnering te worden gebracht. Een voortreffelijke heropvoering van Boccaccio in het Casino. Groot kinderbal. Bloemencorso voor vehikels. Paardenrennen op de Wellingtonrenbaan. Wedstrijden voor rijwielen en lopers op de velodroom. Vandaag, Longchamp in de bloemetjes en wedstrijd voor etalages.

Op het strand is het uitzonderlijk druk. Heel het mondaine Brussel ontmoet, en het logge publiek van Gent, minder bevallig, uiteenlopend en kleurrijk volkje. Geflanelleerde dandys die over de zandvlakte kruipen. Mosselen die over mosselen wriemelen. Knappe kleintjes die mollige schaaldieren plagen. Droogjes wandelende ranke Engelse dames, enz. , enz.

Het gewriemel wordt nog sterker wanneer op zondag het uur van baden komt: baders die hun dikhuidige karkas op brede platvoeten voortbewegen. Moerassige boerinnen, krijsende dikbillige dames. Lompe kerels die hun smerige orgaan inzepen. Groteske vermakelijkheden. Onnoemelijke buitelingen, enz. , enz.

Enkele schaduwvlekken op dit vrolijke tafereel: vermelden we de ezeldrijvers met hun hart van steen, haveloze strontkauwers. Roofzuchtig ras dat de gevoelige zielen ergert en het fijne, schakeringrijkezand bezoedelt. Soms krijgen deze gevoelloze pummels een radeloze kaakslag van een nobele Engelse. Beklagen we de gepijnigde ezeltjes en striemen we die wrede slagers.

Ander bedroevend tafereel: een vrij onbeduidend aquarium. Mysterieuze vissen zwemmen er tussen twee clichés. Enkele ongure schaaldieren liggen er onbeweeglijk in brak water. Een Lofrietvis van het Moppensoort, zeekatjes die collodium spuwen in het gezicht van de brave subsidiespuwende Oostendenaars. Een schraal vissenvolkje. Kameleonachtige wijting, pokdalige kreeften, norse krabben, schamele pissebedden, enz. , enz.

Een laatste braakneiging voor de affiches 'Oostende Zeebaden' daarop wordt de zee geëjaculeerd door een of andere pummelachtige sifonspuiter. Overdreven gespartel van bolronde baadsters. Een soort hysterischeslagersdroom. Met cantharide bedekte, starende, bleke, met zuringgroen besmeurde baders. Watervolk. Kaasachtige villa's, gezouten hotels, torens van zoethout, grillige opvattingen van frigide en suikerstroperige architecten.

Bedreigde schoonheid: de duinen

We protesteren! Van Oostende tot Blankenberge wordt de maagdelijkheid van de duinen bedreigd. Laat ons zonder verpozen die onvergeeflijke schenders op de huid zitten. Triomferende verwaande ezels. Droefgeestige opstapeling van stommiteiten. Kreupele architecten. Onzinnige slungels. Buitenissige en schaamteloze grondwerkers. Mooie vernielers van mooie plekjes. Galzieke duinofoben. Stoutmoedige distellieiliebbers.

Laat ons tranen plengen over de bezoedelde tepels, de bolvormige achterwerken met bundels geel hout, longzieke groenten en prozaïsche kolen. Waarom deze lieflijke, respect afdwingende plekjes plunderen, betakken, besparren, beëlzen, volstoppen, omwentelen, besprenkelen, omheinen, verbergen, inkrimpen, besproeien, beroken, verburgeren, beschadigen, ontmaagden, nivelleren, oppoetsen, bemesten en stinkend maken?

Neem een voorbeeld aan Engeland, barbaarse architecten, ongebreidelde houthakkers, vernielers zonder God noch gebod. Helaas! Een Belg is niet erg gevoelig. Vernieler van mooie plekjes, folteraar van planten, kweller van dieren, breker van boompjes, vandaal in hart en nieren.

België, koninkrijk van het sjagrijn en van ingenieurs van brug-gen en wegen, heeft onherstelbaar zijn schoonheid verloren. Ik doe een beroep op de kunstenaars, zij alleen kunnen oordelen.

We protesteren! Protesteren! Protesteren.

Een noodkreet

Laat ons karikaturaal wijzen op de misdaden van onze enghoofdige vandalen, onbedachtzame baksteenkauwers, afbrekers die uit hun zuigsnuit duizenden antipittoreske onbetamelijkheden laten knetteren. Tegendraadse progressisten die ons in het buitenland belachelijk maken. Er moet zinvol geschapen en niet blind vernietigd worden. Ja, het rijk van de binnenskamerse trekpennen moet aan zijn einde komen. Ach! mocht hun oog, al was het van glas, en zelfs van spiegelglas, maar enigszins gevoelig zijn. ..

Betreuren we de onherstelbare verwoestingen.

Rotsen langs de Maas, de Ourthe en de Amblêve die stomweg opengereten en hopeloos geplunderd werden zijn voor altijd verloren. Hellingen met zachte klemtoon, duinen met verrukkelijk getepelde welvingen worden mateloos verkracht, waardevolle monumenten krijgen een bizarre oplapbeurt. Verrukkelijke maagdelijkheden worden ernstig bedreigd.

Een beetje respect, heren gepatenteerde vernietigers, hooggeplaatste spiraalvormige schildwachten, want van boven op de duinen, de rotsen, de torens en de heuvels zijn het eeuwen van schoonheid die jullie aankijken.

Ja, de visie ontaardt bij onze boerenpummels van Spotternije!

Vooral in Oostende bieden onze dokken in een vermaard decor een intens maritieme en prachtige stadsingang, ontdaan van alle banaliteit, en onze oude kloeke en onbehouwen toren die zich zo mooi opricht is een betovering voor het gevoelige oog. Met haar rustige en serene schoonheid, met een krans van delicate poëzie vraagt onze toren alleen wat klimop om haar brandwonden te verbergen, maar onze restaurateurs, afkrabbers, schele pleisteraars en ongeduldige wrijvers liggen op de loer .

En de luizenvreters die hun achterhoofd kwijt zijn, roepen en eisen: 'Dit is niet mooi, wij willen net als elders banale pleintjes, namaakmonumenten, verstopte riolen, een strand bezaaid met glasscherven of bestrooid met ontelbare spatten van cantharide-mestkevers'.

Arm Oostende, overgeleverd aan de ergste plunderingen!

België, koninkrijk van sjagrijnigen, van ingenieurs van bruggen en wegen, van bekrompen nivelleerders, frigide architecten, ijlende Erostraten, vernielers van mooie plekjes, kwellers van dieren en folteraars van planten, zal weldra een uitgestrekte eentonigheid met niets dan smakeloosheid aan de horizon uitspreiden. Geen bomen meer, geen rotsen, geen duinen, geen pittoreske uitsprongetjes, onze heren ingenieurs zullen alles kaal weten te scheren. Ja, men protesteert als aan de boom wordt geraakt. Wat te zeggen van de rots die voor eeuwig vernield is! En toch is er een heel eenvoudige remedie. Langs de stromen en rivieren in Wallonië de rotslijnen die op de oevers een omhullenddecor vormen, in stand houden; zo zal met weinig kosten de ontzaglijke schoonheid van onze majestueuze rivieren worden bewaard.

We moeten onverwijld de laatste en hoogste schoonheid van het Belgische landschap verdedigen; weldra zal de lelijkheid zijn doffe sluier over alle dingen uitspreiden, en de lichtende dagen zullen triest de vlucht nemen voor een slappe en bezoedelde natuur, voortaan een dode bron van onze vreugde.

De duinen

In mijn verlangen om goed te doen durf ik, hoe onvolmaakt ook, al mijn bezorgdheid te ontvouwen.

Bovenal wil ik jullie attent maken op de ernstige schoonheid van onze duinen, op hun luchtige gratie, hun verrukkelijke fijnheid als met fijne broosheid versierde kant. Gevormd door de machtige wind uit het oosten, het noorden en andere windstreken, samengesteld uit paarlemoer van de zee, de hemel en de zon, vormen ze een harmonische eenheid met de welvingen van de onstuimige en eindeloze golven.

Laat ons houden van de majesteit van hun sierlijke lijnen, de Venusiaanse blondheid van hun tepelvormige rondingen: zachte maagdelijkheden, gewassen door de golven.

Kuis en kostbaar, wars van de viezigheid, het kwijl en de kleverige modder van onze grond, verheffen ze onze gedachten en verfijnen ze onze zintuigen. Ja, ze zijn onvergelijkelijk mooi!

Maar ik hoor geruchten over, mijns inziens, waarlijk rampzalige projecten. Er wordt overwogen de duinen van Oostduinkerke, Koksijde en De Panne te bebossen. Het zijn de mooiste duinen-daar bewaren ze hun wilde gratie, hun trotse verhevenheid.

Waarom de grote horizonten knippen, de prachtige vergezichten verschrompelen, onvermijdelijk ziekelijke boompjes planten, een onzekere vegetatie die nooit welkom kan zijn in dit boomvijandige midden. Onvruchtbaar paradijs waar de boom lijdt en sterft onder het scherpe mes van de wrede noordoostenwind en de snijdende kussen van de harde winden.

In de richting van De Haan-aan-Zee en gezien vanuit het buurttrammetje, wordt het nobele duinenlandschap volledig verborgen door een ononderbroken gordijn van lelijke, verpieterde bomen die zielig hun deerniswekkende blaadjes uitspuwen. Zo wordt een mooie plek banaal, een horizonlijn ingekrompen of totaal vernield. Betreurenswaardige poging, is de mening van onze kunstenaars en van mensen met enige smaak.

Een belediging aan de duinen is onherstelbaar, duinen zijn onveranderlijk en uniek en hoeveel uitzonderlijke charme bieden ze niet aan onze bezoekers.

Ja, onze wondermooie maritieme bezienswaardigheden komen lelijk in het gedrang, overal zullen onze bezoekers bomen hebben gezien, parken naar hartelust, overal tuintjes, populieren en wilgen bevolken overdadig ons platteland en hun trotse helmbossen verheerlijken onze regelmatige velden, maar hoe zeldzaam zijn de duinen, hoe kostbaar hun fijne en strelende lijn, heerlijke band tussen onze vredige Vlaamse vlakten en de woelige en diepe vlakten van de zee.

Laat ons houden van onze mooie, zachtbestrooide duinen wanneer ze, gevoelig voor de streling van een stengel of gerimpeld door de zucht van een insekt, trillen bij de zachte kus van een bloem, wanneer de plotselinge groet van een rietstengel hen kwetst of hen beroert!

A ah! We moeten hun zachtheid redden! Ja, de duinen verheffen onze gedachten naar de immateriële zuiverheid en ze troosten ons hart. Als een onuitputtelijke bron van gezondheid, nodigen ze de slapste geesten uit tot sterkte, antimicrobisch zuiveren ze ons lichaam en op goddelijke wijze betoveren ze onze visie.

Laten we onze duinen redden, beste confraters, genade voor hen. Wanneer ze leeg, geschonden, vervuild en verminkt hun ellende zullen uitstallen, zal het ons spijten en wanneer ze uiteindelijk helemaal dood zullen zijn, zal het ons berouwen. Redden wij, redden wij onze duinen en wij zullen het Vaderland een onmetelijke dienst bewijzen.



Uit: James Ensor,  Picturale Pennevruchten, geschriften, vertaald door Michel Perquy met een inleiding van Xavier Tricot., HouteKiet, 1990, p 155